Transitievergoeding vanaf dag één

Medewerkers hebben straks vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding, ook wel ontslagvergoeding genoemd. Dit geldt ook tijdens de proeftijd van een medewerker. Wel wordt de opbouw van de transitievergoeding bij lange dienstverbanden gelijk getrokken aan die bij korte dienstverbanden. Medewerkers hebben, ongeacht de lengte van het dienstverband, recht op een transitievergoeding van 1/3e maandsalaris per dienstjaar. Ook komt er een regeling voor kleine werkgevers om de transitievergoeding te compenseren als ze hun bedrijf moeten beëindigen wegens pensionering of ziekte.

Ontslagrecht op basis van de cumulatiegrond

Medewerkers kunnen met ingang van de WAB ook worden ontslagen als er voldoende omstandigheden zijn: dit heet ook wel de cumulatiegrond. Waar werkgevers momenteel volledig aan één van de acht ontslaggronden moeten voldoen, geeft deze nieuwe maatregel werkgevers de mogelijkheid om verschillende ontslaggronden met elkaar te combineren. Wordt de cumulatiegrond gebruikt voor ontslag, dan kan een (flex)medewerker bovenop de gewone transitievergoeding een aanvullende transitievergoeding van maximaal 50% toegewezen krijgen door de rechter.

Ketenregeling: 3 contracten in 3 jaar

De zogenaamde ketenbepaling – opeenvolging van tijdelijke contracten – wordt verruimd. Het wordt mogelijk om aansluitend 3 tijdelijke contracten in 3 jaar aan te gaan. Momenteel is dit nog 2 jaar. Indien een werknemer langer dan 6 maanden uit dienst is geweest, begint de ketentelling opnieuw. Het wordt mogelijk om de onderbrekingsregel tussen een keten van tijdelijke contracten per cao te verkorten naar 3 maanden in plaats van 6 maanden. Dit kan alleen als er sprake is van terugkerend tijdelijk werk dat maximaal 9 maanden per jaar kan worden gedaan. Een uitzondering op de ketenregeling zijn invalkrachten in het primair onderwijs die invallen wegens ziekte.

Oproepkrachten meer beschermd

Het inzetten van oproepmedewerkers wordt minder flexibel. Zo gelden voor alle oproepcontracten met bepaalde en onbepaalde tijd de volgende maatregelen:

• (Flex)medewerkers krijgen elke werkperiode minimaal 3 uur uitbetaald, ook als de werkperiode korter is dan 3 uur.
• (Flex)medewerkers zijn niet verplicht om gehoor te geven aan een oproep indien deze oproep – inclusief tijdstippen waarop moet worden gewerkt – niet minstens 4 (kalender)dagen van tevoren schriftelijk of elektronisch aan de (flex)medewerker bekend is gemaakt.
• Als de werkgever de oproep binnen 4 (kalender)dagen voor aanvang van de werkperiode schriftelijk of elektronisch deels of volledig intrekt of de tijdstippen wijzigt, heeft de (flex)medewerker recht op loon waarop hij/zij aanspraak zou hebben indien de arbeid wel was verricht. Dit betekent bijvoorbeeld dat als een oproepmedewerker 6 dagen van tevoren wordt opgeroepen om te komen werken van 12:00 tot 17:00 en dit 2 dagen van tevoren wordt gewijzigd in 10:00 tot 15:00, de oproepkracht recht heeft op betaling van de 5 gewerkte uren én op de te laat gewijzigde uren (15:00 tot 17:00). In dit geval krijgt de oproepmedewerker dan 7 uur uitbetaald.
• Werkgevers moeten oproepkrachten na 12 maanden – en uiterlijk in de 13^e maand – schriftelijk of elektronisch een aanbod doen voor een vaste arbeidsomvang zonder uitsluiting van loondoorbetalingsverplichting. De arbeidsomvang moet minimaal gelijk zijn aan de gemiddelde arbeidsomvang per maand over de afgelopen 12 maanden. Alle uren tellen mee, waaronder ziekte- en vakantie-uren en gewijzigde en ingetrokken uren.

Premiedifferentiatie WW

Met ingang van de WAB bepaalt het soort contract de WW-premie in plaats van de sector. Dit resulteert in het volgende:

• Lage premie: geldig voor contracten met onbepaalde tijd en een eenduidige vaste omvang, en zonder uitsluiting van de doorbetalingsverplichting.
• Hoge premie (+5%): geldig voor alle overige contracten.

De hoge premie kan ook met terugwerkende kracht worden toegewezen:

• Als het dienstverband binnen 2 maanden wordt beëindigd.
• Als de werknemer binnen een kalenderjaar 30% of meer uren verloond krijgt dan de contractueel overeengekomen uren.

Payrolling

(Flex)medewerkers die op payrollbasis werken, zullen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden krijgen als de werknemers die in dienst zijn bij de inlener. Ook ontvangen zij een ander pensioen dan de stiPP-regeling (vermoedelijk per 1 januari 2021).

Benieuwd naar wat dit voor jou betekent?

We gaan graag met je in gesprek over de WAB en onze dienstverlening voor jou. Neem dan contact met ons op.